Alles in het leven is verbonden met elkaar.
Dat wat gedacht wordt, zorgt voor een actie. Elke actie zorgt voor een reactie. Een reactie kan handelen of niet-handelen zijn, maar het doet iets met hoe er gedacht wordt.
Een ieder is geprogrammeerd. Deze programmering is vaak een programmering die ontstaan is van jongs af aan. Het is een programmering ontstaan door de opvoeding van ouders, van het onderwijs en van het systeem waarin iemand opgroeit.
Deze programmering bepaalt wat er gedacht wordt en zorgt voor een actie. Deze actie zorgt voor een reactie van een ander. Deze reactie wordt weer bepaald door hoe de ander geprogrammeerd is.
Als iemand gelooft dat iets waar is op grond van de programmering, en dat is dat de persoon niet goed genoeg is gebaseerd op een voorwaarde, dan gaat de persoon ook als zodanig een actie uitzetten. Deze actie is handelen of niet-handelen. Als de voorwaarde gehaald is, dan gelooft de persoon dat hij of zij goed genoeg is. Alleen met de programmering “ik ben niet goed genoeg” komt er iedere keer weer een nieuwe voorwaarde, waardoor de persoon zich nooit goed genoeg voelt.
Op deze manier zit de persoon in een zelfgemaakte gevangenis, die niet van de persoon zelf is, maar van degenen die hem of haar gezegd hebben niet goed genoeg te zijn.
En om los te komen van dit geloof – dat de persoon niet goed genoeg is onder voorwaarden – wordt al lastig, aangezien het loskomen hiervan al reden is om te denken: ik ben niet goed genoeg, tenzij ik nog meer informatie krijg om hiervan los te komen.
Deze gedachte is een rode draad in het leven en zorgt voor strijd in elke relatie (intieme relatie, vriendschapsrelatie, werkrelatie). Een strijd waarin de ene door strijd dominant overkomt, de ander de vrede wil bewaren en gaat pleasen, en weer een ander ervoor kiest om te vluchten uit angst voor zijn dood (metaforisch en in sommige gevallen werkelijk gezien).
Wat is nu de oplossing?
De oplossing lijkt gemakkelijk: namelijk de programmering ombuigen naar ik ben genoeg. Punt.
Maar zo gemakkelijk is het niet. De eerste stap is namelijk openstaan voor het feit dat de programmering ik ben niet goed genoeg, tenzij inderdaad zorgt voor het vastlopen in het leven. Dit gebeurt door alles wat gebeurd is in het leven langs te lopen om te verifiëren of de programmering inderdaad klopt.
Als het klopt, dan opent er iets wat lijkt op een storm. Het is het pad naar het oog van de storm, waar rust wordt ervaren en waar er bewustzijn is dat bepaalde gedachten niet van jou zijn.
Dat is het moment dat je bewust aan het worden bent van het geloof dat je goed genoeg bent.
Als dat eenmaal gevoeld wordt, dan weet je dat er geen schaarste is, maar dat er genoeg is.
Je accepteert de ander om wie de ander is. En dit zorgt ervoor dat elke relatie een heel andere dynamiek krijgt. Een dynamiek vanuit positiviteit.
Denk hierover na en laat het bezinken.
Als je benieuwd bent naar meer van dit soort gedachten, abonneer je en volg mij, want binnenkort komt er een workshop waarin ik het thema “Ik ben niet goed genoeg, tenzij” centraal zet.




Plaats een reactie