Hij stond daar bij de ingang van zijn huis. Jon kwam net van zijn werk en hij zag dat er bladeren voor de deur lagen. “Dat begint al goed”, dacht hij. Hij had Leonie nog zo gezegd dat ze de bladeren moest opruimen en nu liggen ze er nog steeds.
Woedend stormt hij naar binnen en smijt de voordeur dicht. Leonie komt geschrokken de gang in gelopen en vraagt aan Jon: “Wat is er aan de hand, Jon?”
Jon schreeuwt naar haar: “Ik had je gezegd dat je de bladeren moest opruimen! Waarom heb je het niet gedaan? Ik werk mij kapot en als ik jou iets vraag, dan kan je het niet eens. Wat een hopeloze vrouw ben je! Je kan echt niets. Wat gaan de buren nu wel niet denken?”
Leonie kreeg tranen in haar ogen en zei: “Sorry, Jon. Ik ben het helemaal vergeten. Mijn moeder belde mij dat ze gevallen was en in het ziekenhuis was opgenomen. Ik ben pas net thuis.” Jon reageerde hier boos op: “Wat heb ik hier nu aan? Je had ook even snel de bladeren kunnen opruimen en dan naar je moeder kunnen gaan. Je kan echt niet nadenken, hè!”
Leonie vroeg Jon met tranen in haar ogen om vergiffenis: “Nogmaals sorry, Jon. Je hebt helemaal gelijk. Ik zal dit nooit meer op deze manier doen.”
”Het is je geraden ook dat het niet meer voorkomt”, zei Jon.
In dit korte fragment zie je Jon, die een B-persoon is. Hij is een erkenningzoeker, die erkenning blijft zoeken en leeft voor de ander. Hij commandeert Leonie, de C-persoon. Zij verontschuldigt zich en probeert Jon zo te pleasen. Jon heeft geen inlevingsvermogen, omdat het belangrijkste voor hem is dat hij zich goed voelt door de ogen van een ander.
Jon is als een soort vampier die in plaats van bloed erkenning leegzuigt. Leonie is de prooi van Jon om haar erkenning weg te zuigen.
Herken jij in je leven ook een situatie waarin jij de C-persoon was? Hoe voelde jij je toen? Wat deed jij om de situatie te overwinnen? Of was het niet mogelijk om de situatie te overwinnen?




Plaats een reactie